tallinn's clear sky

In Tallinn zonder mijn platenspeler

Of een pick up zoals we vroeger zeiden. Een echte luxe was het als je vijf platen achter elkaar kon spelen zonder op te staan, want middels een verlengd stangetje in het midden had je alvast meer platen opgelegd. Dat je ze daarmee dan kapot kraste was even minder belangrijk. Platen waren er toch om een keer vervangen te worden, je moest natuurlijk wel nieuwe blijven kopen. Wat gek dat ik daar nu over begin denk je. Misschien, hoe dat zo komt zal ik je vertellen.

Heuh, zijn The Eagles hier geweest?

Ruim een half jaar geleden kwam ik met slechts één koffer aan in Tallinn en ben er nog steeds. Het is de verwerkelijking van de Hotel California tekst: “You can check-out any time you like, but you can never leave!” Na een eerste paar overmoedige weken – nieuwe bestemmingen laten mijn lijf altijd zingen en dansen – besloot ik de gok te wagen en een kleine studio te huren. Klaar voor nieuwe ervaringen, zoals een koude winter met lange donkere nachten en massa’s sneeuw maar ook overdadige bossen en schone lucht, of wat te zeggen van de sprookjesachtige middeleeuwse binnenstad. Inmiddels heb ik veel gedaan en verwezenlijkt en daarnaast bijna mijn taalcursus Ests op A1 niveau afgerond. De taal doet me op geen enkele wijze herinneren aan de mij bekende en het is heel verrijkend hier (een beetje) kennis van op te doen. Daarnaast helpt het me als ik door de stad wandel, in het herkennen van woorden, me thuis te voelen en een beter begrip voor de cultuur te ontwikkelen. Ik begin steeds meer van het land te genieten.

Wat is Estland dan voor mij, zoals gezegd schone lucht (dat heeft me erg goed gedaan), bossen met spirituele werking, rustige stranden en mensen die ook ‘s winters een duik in het buitenwater nemen. Brrr, ik niet. Daarnaast heeft Tallinn een actieve expat-community en is het een ondernemende stad waar je veel innovatieve soortgenoten tegenkomt. Helaas heeft Estland een nadeel, de vrieskou die mijn botten doet kraken, maar verder kan ik het iedereen aanraden dit land te bezoeken.

In Estland wordt pas echt gezongen

Estland heeft een rijke zangtraditie, nee niet het onder je douche tegen je eigen tegels aangalmen, maar zuiver en mooi samen zingen. Er bestaat op de verschillende media veel aandacht voor, er is een groots zangfeest (Laulipidu) dat elke vijf jaar georganiseerd wordt en op de radio (klara.ee) hoor ik veel koormuziek. Over het algemeen zijn de mensen hier eerder stil (of rustig) maar voor zang doen ze een stapje extra. Dat uit zich onder meer door het operagezelschap van Tallinn dat moeiteloos en met overtuiging een mooie Mozart op de planken zet. Het land bracht ook George Ots voort, misschien wel een van de beste operazangers aller tijden. Zelfs op oude opnames klinkt deze man indrukwekkend, vanaf de eerste noot staat daar een stem zonder weerga. Het Laulupidu is een waanzinnig songfestival waar vele koren aan meedoen en als gezamenlijk koor bestaat het uit 30.000 zangers voor een publiek van meer dan 80.000 mensen. Net zo bijzonder is hoe Estland samen met Letland en Litouwen in muziek de gezamenlijke kracht vond hun recht op een zelfstandig bestaan op te eisen. Middels The singing revolution werd een menselijke keten gemaakt die door de drie landen voerde en de toenmalige machthebbers een krachtig signaal gaven. Hetgeen uiteindelijk leidde tot de gewenste en terechte onafhankelijkheid. Een gebeurtenis die we nooit mogen we vergeten.

Ik zet een LP op voor Estonia

In een half jaar tijd heb ik veel leuke mensen leren kennen, zakelijk vooruitgang geboekt en ben blij en trots dat ik deze stap gewaagd heb. En dit is dus precies de gemoedsstemming om een plaat op te zetten. Muziek van de LP klinkt beter, misschien vanwege de installatie, misschien vanwege het bewuster ernaar luisteren, misschien ook de herinnering aan toen, misschien het moment van authentieke rust. Of gewoonweg alles tesamen. Op een moment als deze zou ik beginnen met een oude LP met liederen gezongen door de sterren van toen (waaronder Dietrich Fischer-Dieskau) van onder meer Schubert (Winterreise), Schumann en Brahms en zou me niet storen aan de krassen omdat dat me zou laten denken aan het strooisel (combinatie van zout en steentjes) waar we het laatste half jaar mee hebben moeten omgaan. Daarna volgt de elpee van Arvo Pärt’s “Da Pacem.” De stilte bezongen door een prachtig koor, ingetogen zang met heldere stemmen en een muziek die je meeneemt door de onmetelijke bossen van dit land. Het mooie is dat ik de muziek van Arvo Pärt nu beter begrijp. Wie weet sluit ik af met enkele preludes voor piano van Rachmaninov gespeeld door Rubinstein. Maar dat vooralsnog slechts in mijn gedachten.

Geniet van de muziek!

Nägemist

Leave a Reply